Home > Gezondheidsklachten > Botontkalking > Botontkalking: te veel calcium kan juist tekort veroorzaken
Berichten RSS
toevoegen aan favorieten
supplementen advies bij deze publicatie
Print publicatie
Botontkalking: te veel calcium kan juist tekort veroorzaken
vrijdag 12 juni 2009 om 09:57 door Sofie

botontkalkingEen intensieve reclamecampagne heeft ons vanaf begin 50-er jaren doen geloven dat melkproducten de noodzakelijke calcium leverden en dat de consumptiehoeveelheid ongelimiteerd kan zijn. Inmiddels weten we dat juist die tomeloze inname van melk (gerelateerde)producten bijdraagt aan verschillende welvaartsziekten waaronder botontkalking.

calcium: méér zeker niet altijd béter

Voor de calcium-consumptie geldt dan ook: méér is zéker niet altijd béter. Het is zelfs zó dat calcium-overschot via onderliggende processen uiteindelijk zelfs kan leiden tot een calcium-tekort in bepaalde delen van het lichaam! En zo onder andere tot osteoporose. Deze paradox wordt hier nader besproken.

Calcium vooral om de zuurgraad te reguleren

Vrijwel alle fysiologische processen in het lichaam zijn in meerdere of mindere mate afhankelijk van calcium. Het in stand houden van de zeer gevoelige zuur-base balans in het bloed en de cellen is daarbij wel het belangrijkste. Calcium is een belangrijk onderdeel van botten en tanden en cruciaal voor onder andere de spiercontractie, zenuwgeleiding, energieproductie en het onderhouden van het afweersysteem.

Botten als opslagplaats voor calcium

Onze botten fungeren als opslagplaats voor calcium, waar zich dan ook 99% van onze totale hoeveelheid calcium bevindt. Wanneer de pH waarde (zuur-base) in het bloed buiten een zeer nauwe bandbreedte (optimale bloedwaarde tussen 7.35 en 7.46) dreigt te raken, wordt calcium uit de botten onttrokken om dit te corrigeren.

Calcium opname kan niet zonder vitamine D

Vitamine D is belangrijk bij de regulering van de hoeveelheid calcium. Vooral het proces van de opname van calcium vanuit de darmen is afhankelijk van vitamine D. Onze darmen hebben dan ook de meeste vitamine D receptoren, gevolgd door nieren en botten.

In het kader van de calcium opname bedoelen we met vitamine D de in de natuur voorkomende vormen van de secosterolen en dan voornamelijk D3 (cholecalciferol) en D2 (ergocalciferol). Ruim 95% van onze behoefte aan vitamine D wordt op de huid gemaakt uit zonlicht, de overige 5% wordt uit voeding verkregen.

Hoeveel vitamine D is nodig

Recente onderzoeken geven steeds meer bewijs dat wij een te lage inname van vitamine D hebben, in het bijzonder in de wintermaanden. De locatie, tijd van de dag, huidpigmentatie, gebruik van zonblokkerende producten (zonnebrandcrème), leeftijd, gewicht en voedingsinname spelen een belangrijke rol bij de hoeveelheid vitamine-D die het lichaam beschikbaar krijgt.

De in zonlicht en vitamine-D gespecialiseerde Dr. Michael Hollick geeft in zijn boek ‘the UV advantage’ een dosering aan van 1000 i.e. (25 mcg) vitamine-D per dag. Hij adviseert extra suppletie van 400 i.e. (10mcg) in de zomer en tot 1000 i.e. in de winter.

Dit staat in schril contrast met de in Nederland geldende zeer lage ADH van 200 i.e. (5 mcg). Voor wat betreft de schadelijkheid van grotere doses zien we dat voor vitamine-D een norm gehanteerd wordt van 40.000 i.e. of meer per dag; of ruwweg 200 maal de aanbevolen hoeveelheid.
Naarmate we ouder worden, in het bijzonder na de 45-jarige leeftijd, gaat de opname van vitamine-D via de huid achteruit.

Botontkalking

In de westerse wereld is osteoporose, vooral bij vrouwen, een sterk toenemend ziektebeeld. Vooral een mineralentekort én een slechte botmatrix (voornamelijk eiwitten) sámen, zijn hiervan belangrijke oorzaken. Deze basisfysiologie geeft aan dat er meer aan de hand is dan een simpel tekort aan calcium. Het is zelfs zo dat een tekort aan calcium in een volwassen lichaam resulteert in een andere aandoening: osteomalacie (verweking van het bot).

Osteomalacie en osteoporose mogen niet met elkaar verward worden. Bij osteomalacie is er alleen in het bot een tekort aan calcium. Bij osteoporose is er een tekort aan calcium en andere mineralen maar óók een vermindering in de niet-mineralenmatrix van het bot.

Bij osteoporose zijn drie componenten betrokken, te weten: hydroxy apatiet, botzouten (carbonaat-sulfaat e.d.) en de botmatrix (raamwerk). De combinatie van hydroxy apatiet, collageen (matrix) en de manier waarop ze zijn verbonden, bepaalt de kracht en flexibiliteit van de botten.

Ten aanzien van osteoporose is dan ook duidelijk dat het toedienen van alléén hoge doses calcium geen zoden aan de dijk zet en dat deze behandeling ook niet door onderzoek gesteund wordt. Onderzoekers aan de Harvard Universiteit in Amerika hebben recentelijk wel een onderzoek gepubliceerd over de relatie tussen de inname van vitamine-D en heupfracturen. Ruim 72.000 post-menopauzale vrouwen zijn hiervoor gedurende 18 jaar gevolgd. Een dagelijkse inname vit.D van 500 i.e. (12.5mcg) of meer uit voeding en supplementen gaf 37% minder kans op een heupfractuur dan bij vrouwen met een inname lager dan 500 i.e.

Belangrijke vitaminen en mineralen voor het bot

- Magnesium
essentieel voor een goed calcium metabolisme en voor PTH productie en vrijgeving.
- Silicium
o.a. betrokken bij de vorming van collageen en calcificatie van het bot.
- Borium
activeert vitamine-D en verhoogt oestrogeen.
- Vitamine-K
helpt bij de vorming van osteocalcin dat calcium aantrekt in de botmatrix en is ook belangrijk voor het helen van botfracturen.
- Vitamine-C
Belangrijk bij de vorming van collageen (botmatrix).

Melk(producten) helemaal niet zo goed voor botten

Botfracturen door osteoporose komen in westerse landen veel vaker voor dan bijvoorbeeld in China, Thailand, Korea, Zuid Afrika, Nigeria en Maleisië. Hiervoor zijn twee belangrijke redenen aan te wijzen:
1. De hoge consumptie van melkproducten in de westerse wereld
2. De hoge consumptie van vlees en suiker in de westerse wereld (verzuring)

Ook de ‘nurses health study’, waar 78.000 vrouwen gedurende 12 jaar werden gevolgd, toont aan dat een hoge melkproductenconsumptie juist tot de meeste botfracturen leidt. Op basis hiervan is de conclusie gerechtvaardigd dat melkproducten een risicofactor voor osteoporose vormen.

Het advies dat melk goed is voor de botten, is dus inmiddels enige tijd door de feiten achterhaald en we kunnen stellen dat grote hoeveelheden melk(producten) en een hoge dosis calciumsuppletie, osteoporose eerder veroorzaken dan voorkomen.

Osteoblasten voor botopbouw slechts beperkt aanwezig

Een belangrijke reden dat veel calcium niet goed voor ons is komt omdat hoe meer calcium in het lichaam aanwezig is, hoe groter de activiteit van de osteoblasten (botopbouwers) wordt om dit calcium in de botten in te bouwen. Tussen 50 en 70% van de osteoblasten gaan in dit proces verloren. Hoe meer hun activiteit wordt gestimuleerd, hoe meer osteoblasten verdwijnen. Het is belangrijk dit proces zo veel mogelijk te beperken omdat het aantal malen dat osteoblasten in ons lichaam opnieuw geproduceerd kunnen worden niet oneindig is. Als veel calcium wordt geconsumeerd zal de uitputtingsgrens eerder worden bereikt waardoor geen osteoblasten meer beschikbaar zijn. Zowel het bot als de botmatrix worden vanaf dat moment afgebroken.

Botontkalking door menopauze

Een belangrijke rol bij botopbouw en -afbraak is weggelegd voor de hormonen progesteron, testosteron en in het bijzonder voor oestrogeen.
Oestrogeen voorkomt osteoporose doordat het de opname van calcium en tevens de afbraak van osteoblasten tegengaat. Bij vrouwen, in en na de menopauze, verschuift de hormoonspiegel en vermindert het oestrogeen-niveau. Hierdoor ontstaat een verhoogde afbraak van bot en botmatrix, wat kan leiden tot osteoporose.

Onderzoek laat overigens zien dat slanke vrouwen eerder te maken krijgen met osteoporose dan vrouwen met overgewicht. Een van de redenen daarvoor is dat in het lichaamsvet het enzym aromatase testosteron omzet in oestrogeen waardoor de vrouw na de menopauze nog kleine hoeveelheden oestrogeen blijft produceren. Ook wordt bij meer lichaamsvet meer leptine geproduceerd, een stof die de vorming van osteoblasten tegengaat.

Het effect van stress en sekshormonen

Andere belangrijke factoren bij de instandhouding van de kwaliteit van de botten zijn de sekshormoonspiegel en stress. Bij het ouder worden verlaagt het niveau van de sekshormonen oestrogeen, progesteron en testosteron. Bij vrouwen gaat dit tijdens de overgang zeer abrupt. Bij mannen verloopt dit geleidelijk. Juist het in voldoende mate aanwezig zijn van deze hormonen draagt positief bij aan een goede botstructuur. Stress daarentegen heeft hierop een negatief effect doordat het de aanwezigheid van het stresshormoon cortisol verhoogt. Cortisol breekt versneld botweefsel af door de osteoblasten te vernietigen. Hierdoor moet het lichaam steeds opnieuw osteoblasten aanmaken zodat het einde van de reproductiecapaciteit van de osteoblasten eerder wordt bereikt.

Ook het PTH (parathyroïd hormoon) verhoogt de activiteit van de osteoblasten en leidt daarmee tot een versnelde uitputting van de mogelijkheid tot aanmaak van osteoblasten. Vitamine-D, en ook vitamine-K gaan de werking van een te hoog PTH niveau tegen en vertragen zo onnodige uitputting van osteoblasten.

Verwarring botdichtheidsmeting (BMD)

Rond osteoporose ontstaat regelmatig verwarring. Deze wordt veroorzaakt door de gangbare botdichtheidsmetingen, waarbij de botmineraaldichtheid (BMD) wordt bepaald. De waarde van deze bepaling kan in twijfel worden getrokken als we weten dat in landen waar de BMD het hoogst is, de meeste heupfracturen voorkomen. Botten met een lage BMD blijken in de praktijk vaak zeker zo sterk en gezond te zijn. De BMD kan overigens op korte termijn sterk verbeteren door hoge calcium inname maar op lange termijn blijven daardoor te weinig osteoblasten over zodat juist dan verzwakking optreedt. De vraagstelling is dus gerechtvaardigd of BMD metingen zinvol zijn, zeker als uit onderzoek blijkt dat een hoge BMD een grotere kans geeft op artrose en borstkanker naast osteoporose. Ook zien we dat in landen waar botmassa- en botmineraaldichtheid lager zijn dan in westerse landen, het aantal fracturen ook vele malen lager is.

Laten we ons dus zorgvuldig afvragen: “wat zijn eigenlijk sterke botten”?

Risicofactoren botontkalking

- Leeftijd (boven 60 jaar)
- Acidosis (verstoord zuur-basen evenwicht)
- Te hoge dierlijke eiwit inname
- Post-menopauzale leeftijd
- Vervroegde menopauze
- Slank
- Inactief
- Roken
- Hoog alcoholgebruik
- Langdurige stress
- Te snel werkende schildklier en/of bijschildklier
- Landurig gebruik van corticosteroïden
- Moeder met osteoporose-gerelateerde fractuur
- Koffie (meer dan 4 koppen per dag)

Conclusie

Om tot een goede calciumhuishouding te komen zijn de volgende aspecten belangrijk.
- Beperking van dierlijke eiwitten en geraffineerde suikers. De verhouding plantaardige – dierlijke eiwitten 4:1 of hoger
- Voldoende extra vitamine-D (5-25 mcg) afhankelijk van de zon, tot 50 mcg bij bestaande botontkalking
- Kleine hoeveelheden extra calcium (tot 200 mg). Bij een pH-waarde van 6.5 of lager extra bicarbonaat/calcium/magnesium
- Stresscontrole

Met behulp van de uitslag van speciale testen kan gericht worden geadviseerd

VN:F [1.9.20_1166]
Rating: +13 (from 61 votes)
pixelstats trackingpixel
Be Sociable, Share!
Tags: , , , , , , , , , ,
Zowel reacties schrijven als pingen is momenteel niet mogelijk.
Reactie mogelijkheid gesloten
U kunt niet meer reageren.